Yolanda Fashion Modevakschool

9 oktober 2013

'Op de pijp met' in het Groot-Westland

Dit is het artikel geworden in het Groot-Westland.
Ik hoop dat jullie het een leuk interview vinden, ik heb er in ieder geval van genoten.

gr. Yolanda


Op de pijp met....

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Yolanda Zantingh

Tekst: Esdor van Elten
Foto: Ton van Zeijl

Ze ontwerpt en maakt kleding en lingerie. De vergelijking met Marlies Dekkers dringt zich op, maar daar wil Yolanda Zantingh (43) niet van weten: “Het zou leuk zijn, maar ik ontwerp niet uit het niets, ik vertaal, verfraai en verander.” Yolanda heeft haar eigen Modevakschool Yolanda Fashion waar zij les geeft in het  ontwerpen en maken van kleding en vooral haar specialiteit: lingerie. Yolanda woont samen met haar partner Lex Kok en hun zoons Quinten en Finnley (12) in Honselersdijk.

Lingerie maken. Is dat moeilijk?
Moeilijker in ieder geval dan gewone kleding maken. Je moet er echt naaiervaring voor hebben. De stoffen zijn anders, gladder en lastiger te bewerken. En vaak is het fijner werk. Maar het is ook ontzettend leuk. Je kunt er ontzettend veel creativiteit in kwijt. Er is zoveel mogelijk, je kunt het zo gek maken als je zelf wilt.

Is dat waarom mensen het ook graag willen leren? Om lekker gek te doen?
Mijn leerlingen hebben allerlei redenen. Ze doen het omdat ze het leuk vinden, of omdat ze graag op maat gemaakte lingerie willen dragen. Voor sommigen is het de uitdaging: kan ik dit? Het leuke is: ze kunnen het meestal ook. Wat je in de lingeriecatalogus ziet kunnen wij ook maken.

Lingerie is dus voor gevorderden. Wat leer je beginners dan?
Ik geef les in zelf (kinder)kleding naaien, ontwerpen en patroontekenen. Mijn leerlingen zijn meestal particulieren, maar ik geef ook aan een aantal basisschoolklassen les. Mensen kunnen bij mij naailessen krijgen, maar ook een complete opleiding costumière, coupeuse of lingerie. Daarnaast kun je bij mij terecht voor workshops of bijvoorbeeld een leuke vrijgezellenavond of feestje. Doen we bijvoorbeeld een workshop Beha pimpen, een tienernaailes, of ik ga met kinderen een etuitje maken.

Hoe ben je hier zo toe gekomen? Was het altijd al je hobby?
Nee zeg. Vroeger vond ik naaien hartstikke truttig. Dat ga je toch niet doen? Ik weet nog dat ik op school handwerken kreeg, en dat ik dat heel oneerlijk vond, want de jongens kregen handarbeid. Onze boze acties hadden resultaat: de meisjes kregen ook handarbeid. Maar dat vond ik ook drie keer niks... Na de lagere school en de Hoedemakers MAVO in Rijswijk heb ik de MEAO gedaan, en daarna een aantal aanvullende opleidingen. Eigenlijk wist ik niet wat ik wilde. Wilde weg als stewardess of zo. Uiteindelijk heb ik veel werk in Direct Marketing gedaan, onder andere bij de ANWB, UNICEF en ik werkte als directiesecretaresse bij de Nederlandse Braille Bibliotheek in Den Haag en bij Ro.Pa.Tec. Sinds 1999 woon ik in het Westland. Mijn vader had vanwege zijn werk al binding hier, en toen we op zoek gingen naar een woning werden we echt verliefd op dit huis in Honselersdijk. In 2001 werden onze zoons geboren, en die bleken heel veel zorg nodig te hebben. Ik had toen ook iets nodig voor mezelf, om mijn energie in kwijt te kunnen.

Je had ook kunnen gaan tuinieren of zo...
Ik had destijds een oude rok in de kast hangen die toen eigenlijk weer in de mode was en besloot die te gaan vermaken. Ik had toen ook niet heel veel geld, dus het was een beetje ook uit nood geboren. Maar tot mijn verbazing vond ik het toen wél leuk. Mijn werk was vooral denken. Ik had het ook nodig iets met mijn handen te gaan doen. Ik heb de rok in kwestie nog jaren gedragen en ben verder gegaan om beter te worden. Eerst de opleiding costumière, daarna coupeuse en tenslotte lerares op haute couture niveau. Ik kan dus ook smokings en bruids- of coctailkleding maken, hoewel daar niet echt mijn hart ligt. Eerst maakte ik broeken en overhemden voor mijn man, later vooral voor de kinderen. En voor mezelf natuurlijk. Het meeste van wat ik draag maak ik zelf. Ik ben nu bijvoorbeeld met een winterjas bezig.

Van hobby naar eigen modevakschool is toch nog een aardige stap...
Eigenlijk wilde ik al vanaf de opleiding er iets mee gaan doen. Wat begon als hobby werd een passie. In eerste instantie werd ik benaderd door een stoffenwinkel in Leiden, die een lerares zocht. Dat heeft maar zes weken geduurd, toen bleek de zaak failliet. In 2008 ben ik voor mezelf begonnen.

Waarom een school? Waarom werd je niet gewoon ontwerpster?
Ontwerpen is leuk, maar om er echt goed in te zijn is moeilijk. Kijk naar ontwerpers als Jan Taminiau, die bijvoorbeeld de jurken van Máxima op de inhuldiging dag van Willem-Alexander ontwierp. Om dat soort dingen te kunnen bedenken moet je een hele vrije, creatieve geest hebben. Daarvoor heb ik gewoon nog teveel andere dingen aan mijn hoofd. Ik ontwerp niet uit het niets. Ik maak het na, maar dan wel met een eigen twist. Ik pas aan, vertaal en verander. Bovendien vind ik alleen maar ontwerpen en tekenen ook niet voldoende. Maken is minstens zo leuk en ik geniet ook enorm van het lesgeven. Van het contact met mijn leerlingen, de interactie.

Wat is belangrijk bij het maken van kleding?
Een goede pasvorm en draagcomfort vind ik wel het belangrijkste. Maar het moet er natuurlijk ook wel een beetje goed uitzien. Een nette afwerking is dus belangrijk. Ik zeg altijd: mensen mogen wéten dat het zelf gemaakt is, maar ze mogen het er niet aan afzien.

Is zelf kleding maken economisch nog een beetje rendabel?
Als je de uren die je er in steekt niet meetelt, dan wel. Met eenvoudige en niet al te dure lappen stof kun je al hele mooie en leuke dingen doen. Voor mensen die weinig geld hebben, maar wel tijd, kan het dus best lonend zijn. Maar dat is toch meestal niet de reden om mijn lessen te gaan volgen. Mijn leerlingen vinden het vooral leuk, of willen er ook zelf iets professioneel mee gaan doen. Zo heb ik een man in de groep die graag professioneel carnavalskleding wil gaan maken, en een andere leerling wil zich specialiseren in dans kleding. Tegenwoordig is zelf kleding maken ook weer meer geaccepteerd. Tot een jaar of vijf, zes geleden vond men het vooral truttig. Dat zie je bijvoorbeeld ook in de handwerkbladen als Burda of Knippie. Die hebben ook een hele restyling doorgemaakt en zijn echt niet meer oubollig te noemen.

Ben je heel modegevoelig?
Dat valt eigenlijk wel mee. Ik ben nooit de hipste van de hipste geweest. Ik ben wel een modevolger, maar niet bepaald een 'early adapter'. Ik maak en draag wat me leuk staat. Ik hou van felle kleurtjes, en als die toevallig net niet in de mode zijn, jammer dan.

En de Westlanders? Gaan die een beetje mee op modegebied?
Ik denk dat Westlanders zelfs vooraan lopen. Westlanders zijn trendgevoelig en kleding is erg belangrijk voor Westlandse vrouwen. Ik werk ook in Den Haag, en daar zie je toch hele andere tendensen. Geld speelt daarin ook een rol.

Wat zou je graag nog willen met je modevakschool?
Stiekem hoop ik ooit nog een groter, eigen pandje of atelier te krijgen. Op zich heb ik een grote geschikte ruimte, maar het is toch aan huis. Niettemin zijn het echte opleidingen met een branche-erkend diploma. Maar verder hoop ik gewoon dat ik met veel passie en plezier mijn kennis in de lessen kan blijven doorgeven! 
http://www.groot-westland.nl/info/nieuwsblad.aspx

2 opmerkingen:

Margreeth zei

Hartstikke goed en leuk artikel, Yolanda!!

YOLANDA FASHION zei

Dank je. Ik ben er heel blij mee!